Website van $boomnaam$
Jan Rutgersz Jacobsz Jansz
Jan Rutgersz Jacobsz Jansz ,
geb. te Blaricum Koptienden Eerste: 1650-84-2,
ovl. te Blaricum Koptienden Laatste: 1671-76,
, -
JAN RUTGER JAEP JANSZ
Blaricum Koptienden (1650-84-2 1678-72):
1650-84-2: v. Lambert Tijmen Willemsz 6 cop
1654-85: v. Claes Willemsz 1 cop 1/2
- Situatie: 0 Spt 7 cop 1/2
1671-76: v. Rutger Jacobsz 4 cop
t/m 1676-76: Situatie: 1 Spt 3 cop 1/2
1678-72: op Gerrit Aarons Duerkant 1 cop
- op Meuis Toenissen 5 cop 1/2
- op Lambert Tijman Jacob Gerritsz 5 cop
-
SAGV155.2-ORA-3234, Folio 54; 06-10-1669: Testament. Wij Schepenen in Blaricum bevonden ons ten huijse van Neeltien Pieters weduwe van Rutger Jacobsz za: en deselve op een stoel bij het vuijr sieckelijck sittende ..Institueert tot haar eenige
en universele erfgenamen Geertien Rutgers, de kinderen van Jan Rutgersz, de kinderen van Steffentien Rutgers en de kinderen van Rutger Rutgersz in vier egale porties, mits dat haar drie eerste genomineerde erfgenamen om redenen van lant harenen
en andere extraordinare coorschot en diensten bij forme van prelegaat aen de voornoemde kinderen van Rutger Rutgersz ter saeck vrsz voor uijt hare geweeste goederen sullen uijtkeeren en netalen een somme van f 300,- ..
-
SAGV155.2-ORA-3234, Folio 64; 30-01-1670: wij Schepenen in Blaricum hebben ons vervoeght aen de persoon en ten huijse van Willem Hendricksz (Roelen ?) onse buijrman en deselven op requisitie van Gerard Durkant voor hem selve en de rato
caverende voor Aeltien Thomas dochter mitsgaders Frans Sijmonsz en Jan Willemsz Ploos vooghden over de kinderen van Rutger Rutgersz en Marten Jacobsz als momboor van kinderen van Jan Rutgersz za: den selven afgevraeght hoe off hoedanigh hij
Willem Hendricksz hem wilde dragen mede naelatenschap van Neeltien Pieters. Die haare op het vooseijde voorstelt antwoorde, sigh te willen aenmatigen de erffenisse van Willem Rutgersz sijns vrouws afgestorven broeder ..
-
SAGV155.2-3245A Hypotheken Folio 235-236; 16-06-1670: Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde:
- Gerrit Duerkant Schout van Blaricum als Erfgenaem van sijn soon Arent Gerritsz geprocreeert bij Neeltgen Thomas,mitsgaders Jan Willemsz Mast als getrout hebbende Aeltgen Thomas te samen voor 1/3 part erfgenamen van Neeltgen Pieters weduwe van
Rutger Jacobsz,
- Item Marten Jacobsz als vooght van de nagelaten weeskinderen van Jan Rutgersz. Item Frans Simens en Jan Ploos als vooghden van de nagelaten weeskinderen van Rutger Rutgersz mede staeckswijs Erfgenamen elck voor 1/3 part van de voorn. Neeltge
Pietersz, en
- eijndelijk Willem Roelen als getrout hebbende Geertge Rutgers Erfgename voor 1/4 part van haer overleden broeder Willem Rutgersz.
- En verclaerden sij comparanten te transporteren aen Gijsbert Willemsz seecker huijs en hofstede staende in het dorp alhier
-
SAGV155.2-3235, Folio 227; 13-07-1671: Compareerde voor Harmen Harmensz de Oude en Ebbe Jansz Schepenen van Laeren en Blaricum, Maritge Hendricks huijsvrouw van Jacob Jacobsz Lijster, en Griettgen Jans weduwe van Jan Rutgers, versoght sijnde
bij Jan Willemsz Mast om een verklaring af te leggen: henluijden wel bekent te sijn dat Steffentgen Rutgers soo lange als sij vrijster is geweest, nooijt meer als een silver tuijgh heeft gehad. Maritgen Hendricks heeft lange jaren met
Steffentge Rutgers verkeert en dat voorsz Griettgen Jans dat sij een Jaer bij haer in huijs gewoont heeft, eer dat gemelte Steffentge trout. Verder verclaert Griettgen Jans dat sij haer schoonmoeder Neeltgen Pieters verscheijdene malen heeft
hooren seggen dat die dochter haer huijck soude hebben die met haer in de gereformeerde kerck ginck
-
SAGV155.2-ORA-3236, Folio 262; 05-04-1677: Compareerden voor Schepenen tot Blaricum Marten Jacobsz Mets oudt schepen van voorn. dorp versocht sijnde bij Jan Jansz Verwer en Hendrick Willem Roelen als vooghden van het weeskint van Meeuwis
Willemsz om den waerheijt te geven en verclaerde hij comparant dat hij in de nasomer van 1671 versocht was bij Griettgen Jans weduwe van Jan Rutgersz om met Frans Sijmensz en Jan Ploos als vooghden van de kinderen van Rutger Rutgersz aff te
reeckenen aengaende de erffenisse van Geertge Lamberts tot Emenes uijt welcke erffenis de voorn Griettgen Jans mitsgaders Rutger Rutgersz en Willem Roelen ijder was competerende een somme van f 150:10:-; die de voorn Rutger Rutgersz, soo voor
hem selve als van wegen Willem Roelen en Griettgen Jans in 't geheel hadt opgebeurt en ontfangen van Lambert Lambertsz en Bottgen Schouters Willem, die soo veel aen de voorn Geertgen Lamberts, volgens twee distincte obligatien enz
.

relatie
met

Grietje Jans ,
, -
SAGV155.2-3235, Folio 227; 13-07-1671: Compareerde voor Harmen Harmensz de Oude en Ebbe Jansz Schepenen van Laeren en Blaricum, Maritge Hendricks huijsvrouw van Jacob Jacobsz Lijster, en Griettgen Jans weduwe van Jan Rutgers, versoght sijnde
bij Jan Willemsz Mast om een verklaring af te leggen: henluijden wel bekent te sijn dat Steffentgen Rutgers soo lange als sij vrijster is geweest, nooijt meer als een silver tuijgh heeft gehad. Maritgen Hendricks heeft lange jaren met
Steffentge Rutgers verkeert en dat voorsz Griettgen Jans dat sij een Jaer bij haer in huijs gewoont heeft, eer dat gemelte Steffentge trout. Verder verclaert Griettgen Jans dat sij haer schoonmoeder Neeltgen Pieters verscheijdene malen heeft
hooren seggen dat die dochter haer huijck soude hebben die met haer in de gereformeerde kerck ginck
-
SAGV155.2-ORA-3236, Folio 262; 05-04-1677: Compareerden voor Schepenen tot Blaricum Marten Jacobsz Mets oudt schepen van voorn. dorp versocht sijnde bij Jan Jansz Verwer en Hendrick Willem Roelen als vooghden van het weeskint van Meeuwis
Willemsz om den waerheijt te geven en verclaerde hij comparant dat hij in de nasomer van 1671 versocht was bij Griettgen Jans weduwe van Jan Rutgersz om met Frans Sijmensz en Jan Ploos als vooghden van de kinderen van Rutger Rutgersz aff te
reeckenen aengaende de erffenisse van Geertge Lamberts tot Emenes uijt welcke erffenis de voorn Griettgen Jans mitsgaders Rutger Rutgersz en Willem Roelen ijder was competerende een somme van f 150:10:-; die de voorn Rutger Rutgersz, soo voor
hem selve als van wegen Willem Roelen en Griettgen Jans in 't geheel hadt opgebeurt en ontfangen van Lambert Lambertsz en Bottgen Schouters Willem, die soo veel aen de voorn Geertgen Lamberts, volgens twee distincte obligatien enz
.

Uit deze relatie:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan     
Jacob*1667  †1706 Blaricum 39